Wanneer er absoluut niet behandeld mag worden:
• Ernstige ziekten (kanker, tuberculose)
• Koorts
• Acute ontstekingen – het gevaar bestaat dat de ziekteverwekkers door Manuele Lymfedrainage in de bloedbaan kunnen worden gebracht.
• Acute trombose – omdat het gevaar van een embolie groot is (de afsluiting van een slagader of een ader door een losgelaten stukje weefsel of ‘bloedpropje’)
• Hartaandoeningen – Er mag niet worden behandeld bij hartzwakte, omdat tijdens de Manuele Lymfedrainage behandeling meer vloeistof wordt aangevoerd, daardoor kan de belasting voor het hart groter (te groot) worden.
Wanneer er soms of alleen plaatselijk behandeld mag worden:
• Lage of hoge bloeddruk – Mensen met een lage bloeddruk mogen in het begin nooit een totaalbehandeling ondergaan, omdat de bloeddruk nog meer zal gaan dalen tijdens de behandeling. In het geval van hoge of lage bloeddruk is de behandeling korter (max. 25 minuten).
• Snelwerkende schildklier – Bij mensen met een te snel werkende schildklier moet het schildkliergebied vermeden worden bij de hals.
• Hartafwijkingen – Bij hartinsufficiëntie/hartfalen (=ernstige hartzwakte na bijvoorbeeld een hartinfarct, bij lekkende kleppen of bij ouderdomszwakte) met eiwitarm oedeem aan beide enkels mag niet behandeld worden vanwege het gevaar van overbelasting van het hart. Bij andere hartaandoeningen zoals hartritmestoornissen mag vaak wel behandeld worden maar dan een korte tijd per keer.
• Na trombose – Bij mensen die trombose hebben gehad, moeten bijvoorbeeld de benen met een nog lichtere druk dan gewoonlijk worden behandeld.
• Menstruatie – Manuele Lymfedrainage rondom de buik moet worden vermeden.
• Astma – Vaak weten mensen niet dat ze aan deze ziekte lijden. Manuele Lymfedrainage kan door prikkeling van het zenuwstelsel een astma-aanval opwekken, waardoor de mensen plotseling kortademig kan worden en fluitend gaat ademen. Dan moet de behandeling gelijk worden gestaakt.
Bron: Leerboek voor de Manuele Lymfedrainage – Berber en Ariane Hoogkamer